De meest gebruikte spelvorm is ‘vertelpantomime’. De dramaleerkracht vertelt een verhaal en de kinderen spelen hier in mee. Spelenderwijs leren de kinderen beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om ermee te communiceren.
De groepen 5 t/m 8 hebben per week drie kwartier les en bouwen voort op de vaardigheden die ze in de onderbouw hebben geleerd. Zij leren improviseren en met elkaar samenwerken. Ze leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. Ook leren ze verschillende speltechnieken en dramaturgische termen herkennen en hanteren. Ze maken bijvoorbeeld een tableau vivant; een stilstaand beeld. Of ze verbeelden hoge en lage status, zoals de koning en zijn dienaar.
Het belangrijkste van drama is het stimuleren van de fantasie en creativiteit. Daarbij worden de sociaal-emotionele vaardigheden versterkt.